Onder de AVG wordt onderscheid gemaakt tussen persoonsgegevens en bijzondere persoonsgegevens. Onder bijzondere persoonsgegevens vallen bijvoorbeeld medische of strafrechtelijke gegevens. Een naam, adres of woonplaats wordt vaak gepresenteerd als een niet bijzonder persoonsgegeven en het feit dat iemand een gebroken been heeft wordt aangemerkt als een bijzonder persoonsgegeven.
Het enkele feit dat een verwerkingsverantwoordelijke een naam verwerkt, sluit niet uit dat dit geen bijzonder persoonsgegevens betreft. Zo heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vorige jaar geadviseerd om in een bepaalde context NAW gegevens als bijzonder persoonsgegeven aan te merken.
Dit advies van de AP betreft het voorgestelde artikel 5.18a van het Besluit SUWI.1 Dit besluit gaat over het verstrekken van gegevens omtrent de gezondheid van werknemers aan verzekeraars. In de nota van toelichting werd beschreven dat ook niet bijzondere persoonsgegevens (NAW gegevens) aan de verzekeraar wordt verstrekt.
De AP adviseert dat niet alleen gegevens die als zodanig een betrekking hebben op een bijzonder kenmerk (de gezondheid) moeten worden aangemerkt als bijzondere persoonsgegevens. Ook gegevens waaruit de aanwezigheid van een dergelijk kenmerk kan worden afgeleid, moet worden aangemerkt als bijzondere persoonsgegevens. Werkgevers verstrekken alleen NAW gegevens aan de verzekeraar als er sprake is van arbeidsongeschiktheid. In deze context zijn deze gegevens automatisch ook bijzondere persoonsgegevens.
Dit advies laat zien dat het niet altijd vanzelfsprekend is dat bepaalde gegevens als niet bijzondere persoonsgegevens moeten worden aangemerkt.